Een eerste Nederlandse opleiding om onbemande vliegtuigjes te leren besturen begint in september. Luchtvaartbedrijf AEC Air Support heeft die opleiding ontwikkeld samen met het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Dinsdagmiddag wordt de samenwerkingsovereenkomst getekend.

Behalve Defensie en de politie werken naar schatting ruim honderd particuliere bedrijven in Nederland met een zogeheten Unmanned Aerial Vehicle. De vliegtuigjes kunnen bijvoorbeeld foto- of videoreportages maken en mensenmassa’s in de gaten houden. Kwaliteitseisen daarvoor moeten nog worden ontwikkeld. In mei drong D66 in de Tweede Kamer nog aan op wetgeving voor de inzet van de zogeheten drones.

Ook Stef Have, de eigenaar van AEC Air Support en het Brabantse vliegveld Seppe, hoopt dat er snel wetgeving komt. “Het is potentieel gevaarlijk dat mensen zich in het luchtruim begeven die zeer beperkt onderlegd zijn. De techniek gaat harder dan de wetgeving”, zegt hij.

De thuisbasis van de nieuwe European Aerial Systems Training Academy (EUTA) wordt de luchtvaartcampus Gilze-Rijen. Gevlogen wordt vanaf vliegveld Seppe. De opleiding is nu nog niet verplicht, maar gesprekken daarover zouden in volle gang zijn.

Volgens Ten Have hebben tientallen belangstellenden zich al gemeld. De eerste cursus biedt plaats aan acht van hen. Zij weten vaak wel hoe hun eigen vliegtuig werkt, maar moeten het vakmanschap nog leren. De opleiding duurt 4,5 maand en kost 4.500 euro. Er wordt les gegeven door wetenschappers van het NLR en oud-militaire piloten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl